In de Griekse Oudheid beeldden beeldhouwers en vaasschilders onderwerpen uit hun helden- en godenverhalen uit.
De Romeinen namen het meeste over en voegden daar portretten van hun keizers aan toe.
In de middeleeuwen verdwenen de klassieke onderwerpen en kwamen daar christelijke voor in de plaats.
De voorstellingen in de kunst veranderen door de tijd heen. Op deze pagina leer je alles over de voorstelling van een kunstwerk.
De Romeinen namen het meeste over en voegden daar portretten van hun keizers aan toe.
In de middeleeuwen verdwenen de klassieke onderwerpen en kwamen daar christelijke voor in de plaats.
De voorstellingen in de kunst veranderen door de tijd heen. Op deze pagina leer je alles over de voorstelling van een kunstwerk.
FRONTAAL
Recht van voren gezien. BETEKENIS Wat de kunstenaar met het schilderij bedoelt. De betekenis van een schilderij kan anders zijn dan de kijker vermoedt. NAAR DE WAARNEMING Een kunstwerk gemaakt naar aanleiding van een aanwezig en zichtbaar voorwerp. Dat wat de kunstenaar heeft gezien, herken je als toeschouwer. NAAR DE VERBEELDING Een kunstwerk gemaakt naar aanleiding van iets wat niet (meer) zichtbaar is. VOORSTELLING Afbeelding van iets wat er werkelijk is of gefantaseerd is. VOORSTELLINGSASPECT Opvallende kenmerken. - houding, gebaar, gezichtsuitdrukking, kijkrichting, kleding, haardracht, stofuitdrukking, interieur, achtergrond enzovoort. - symbolen, attributen STATISCH In rust worden afgebeeld. DYNAMISCH Bewegend worden afgebeeld. FIGURATIEF Overeenkomsten met de zichtbare werkelijkheid. NON FIGURATIEF Geen herkenbare voorstelling te zien. ABSTRAHEREN Vereenvoudigen. Steeds minder naar de waarneming en meer naar de verbeelding. ABSTRACT Geen overeenkomst met de zichtbare werkelijkheid. SCHEMATISCH Alleen de meest opvallende kenmerken. DEFORMEREN / VERVORMEN Veranderen van herkenbare vormen. DETAIL / GEDETAILLEERD Een detail is een klein onderdeel. In het schilderij zie je dat er gedetailleerd geschilderd is, alle kleine onderdelen van de persoon en harnas zijn zichtbaar. VEREENVOUDIGEN Minder aandacht voor details. STOFUITDRUKKING Weergave van een materiaal op een schilderij. Hiernaast zie je dat de materialen op het schilderij lijken op de de materialen zoals ze er werkelijk ook uit zien. REALISTISCH De kunstenaar probeer weer te geven wat hij werkelijk ziet. De mate van realisme kan verschillen, realistisch betekend niet dat een schilderij op foto lijkt. SCHETSMATIG Een schets of schetsmatig werk is niet uitgewerkt, maar laat een vluchtige snelle indruk van een moment zien. MOMENT Een kort ogenblik. Sommige kunstenaars proberen zo'n moment weer te geven. EXPRESSIE / EXPRESSIEF Expressie betekent uitdrukking. De gevoelens van de maker spelen een grote rol. De voorstelling is vaak vervormd / gedeformeerd. Vaak worden er felle of juist donkeren en sprekende vormen gebruikt. IMPRESSIE / IMPRESSIONISTISCH Impressie betekent indruk. Komt door de waarneming tot stand. CLICHÉBEELD Clichés zijn overbekende, afgezaagde voorstellingen. Het tegenovergestelde van origineel. POSEREN Voor studies van het menselijk lichaam gebruikt een kunstenaar meestal een model. Dit model poseert voor de kunstenaar. ANATOMIE De kennis over de bouw van het menselijk of dierlijk lichaam. THEMATISCH Een thema is een onderwerp dat vaak door kunstnaars wordt afgebeeld. - portret, zelfportret, groepsportret, kniestuk - mensfiguur, figuurstudie, naakt, odalisk - stilleven, bloemstilleven, vanitasstilleven - interieur of genrestuk - allegorie PORTRET Een afbeelding van een gezicht. (Totale of halftotale afbeelding is ook mogelijk.) - en face: je ziet het gezicht frontaal - en profil: je ziet het gezicht geheel van opzij - à trois quart: je ziet het gezicht deels van opzij en deels van voren. ICOON Afbeelding van Christus, Maria, heiligen en bijbelse taferelen die op panelen zijn geschilderd. Je ziet weinig diepte in iconen. KOP Een onpersoonlijke afbeelding of voorstelling van een hoofd. STILLEVEN Afbeelding van levenloze dingen. - vanitasstilleven - etenswaren- en fruitstillevens - bloemstillevens - pronkstilleven - interieurstilleven VANITASSTILLEVEN Verwijzen naar de tijdelijkheid van het leven. Zo verwijzen het half lege glas en de half geschilde citroen naar het leven dat maar zo afgelopen kan zijn. BIJBELSE TAFERELEN Een kunstwerk met een voorstelling van een bijbels verhaal. MINIATUUR Een miniatuur is een kleine tekening. Vaak zijn het bijbelse voorstellingen door monniken in kloosters met de hand geschreven. TWEELUIK, DRIELUIK, VEELLUIK Een schilderij dat uit meerdere (houten) delen bestaat. Deze luiken werken als grote decorstukken achter het altaar geplaatst. MYTHOLOGIE Oude verhalen over goden en helden uit verre landen. In het schilderij hiernaast verbeeld de mythe: De geboorte van Venus, de godin die aankomt op het eiland Cythera. HISTORIESTUK Een kunstwerk waarin belangrijke feiten uit de geschiedenis zijn vastgelegd. PERSONIFICATIE Een persoon staat symbool voor een begrip. De duivel is de personificatie van het kwaad. Vrouwe Justitia (hiernaast) staat symbool voor het onpartijdige recht. Vrouwe Justitia vind je voor rechtbanken. LANDSCHAP Een thema in de schilderkunst, net als portret en stilleven. GENRE Onderwerpen uit het dagelijks leven, het dagelijks leven van verschillende standen. ALLEGORIE Gebeurtenissen worden symbolisch verbeeld. Vaak wordt er gebruik gemaakt van personificaties. Ook worden er attributen gebruikt die iets vertellen over de persoon. SYMBOLEN Een letter, cijfer, kleur, voorwerp of teken dat een bepaald begrip voorstelt, bijvoorbeeld de liefde. ODALISK Een haremvrouw, meestal naakt afgebeeld. Komt voort uit interesse in exotische onderwerpen. VERVREEMDE WERKING 'Er klopt iets niet'. Door het vervormde beeld worden vreemde gedachten en gevoelens opgeroepen. |